PERMEKE 

 

Ik stapte de ruime, stille en door licht overgoten kamer binnen. De verweerde houten vloer kraakte onder mijn voeten.

In mijn verbeelding rook het er nog naar olieverf en terpentijn.  Een grote, zware schildersezel vol kleurige spatten, met daarop een groot bruin, als met modder geschilderd landschap.  Een tafel vol met doorleefde en versleten penselen vol verf.

Verf die ooit aan zijn handen kleefde. Zijn olieverf, zijn kleuren.  Gebrande Sienna, Sepia, Oker maar ook Karmijn, Vermiljoen, Geel, Oxidegroen en Zinkwit.  Pas nu bemerk ik op het grote schilderij in aardetinten, met de al even donkere, wilde wolkenlucht, een streepje kleur.  Een streepje hoop in de somberte? Vlaanderen op zijn vlaamst.

 

Ik bevond mij in het atelier van de grote Constant Permeke.  Het klinkt misschien melig, maar ik kon zijn aanwezigheid nog voelen.

Ik hoorde nog de gedempte geluiden van de penselen die over het doek gleden, het langzaam rustig achteruit stappen om afstand te nemen van het werk, Het tikken van het neerleggen der penselen.  Wat geschuif, wat geritsel.  En hoorde ik daar ook geen korte kuch, vroeg ik mij in verbeelding af.  Het zou best gekund hebben want Constant was een verknocht roker.

Gedraaide sigaret, ooit pijp, maar meestal sigaar, wat nog het best bij zijn robuuste gestalte en kloeke kop paste.

 

Ik mocht het mij permitteren om zo te 'fantasiedromen'.  De man stierf enkele maanden na mijn geboorte.  Ik bevond mij in de moederschoot toen hij al ziek was.  Er zijn mensen die beweren dat tijdens een ziekte die naar de dood leidt,  er al flarden van de geest het lichaam verlaten. Misschien heb ik bij die 'uitwisseling' van moeder natuur wel wat kundigheid van hem meegekregen.

Mijn eigen gefantaseer deed mij lachen, gevolgd door een zeker schaamtegevoel voor zoveel arrogantie, en toch ook een vleugje fierheid.

 

Ik werd met zijn werken heel close geconfronteerd rond mijn tiende of elfde. Bij wazige familie in de West-Vlaanders.  Zijn schilderwerk hoort al vroeg bij mijn leven. Voor een groot deel ben ik door hem geworden wie ik ben.

 

Ik ging stilletjes in een hoek van het atelier zitten en snoof in alle rust de sfeer op. Het zenuwachtige getsjirp van een merel deed mijn blik door het raam naar de grote, groene tuin afdwalen, waar zich een beeld van een naakte dame bevond. Op het laatst was Permeke immers ook nog gaan beeldhouwen.

 

Ik hoorde mijn vrouw Rita de trap opkomen en stilletjes het atelier binnenstappen.  “Hier gebeurde het allemaal. Hier werkte hij in opperste concentratie en in stilte aan zijn schilderijen” zei ik onder de indruk.  Want toen in die jaren, was de stilte nog zoveel stiller dan nu.  Rita knikte zachtjes bevestigend, zonder woorden.  Ze schoof langs de ezel en de tafel met het schildersmateriaal tot bij een raam, met hetzelfde uitzicht op de groene hof met de blote stenen madam.

 

Wel tien jaar had ik ervan gedroomd om het huis annex atelier, en thans het museum van Permeke in Jabbeke te bezoeken.  Ik was er toen, in de late jaren tachtig: het was er eindelijk van gekomen.  Op achttien februari nog wel. Mijn verjaardag. Ik beloofde mezelf toen plechtig bij een van mijn volgende verjaardagen mezelf op weer een bezoek te trakteren.  Ik speelde zelfs met de gedachte om dat misschien wel elk jaar over te doen.

 

Toch duurde het twee jaar eer ik de daad bij het woord voegde.  En ook de tweede keer was zeker geen desillusie.  De ervaring was even intens als bij m’n eerste bezoek.  Ik was er opnieuw, nu helemaal alleen, m’n vrouw was niet mee.  En weer stond vast dat ik het overnieuw zou doen.

 

Toen ikzelf na er anderhalf uur vertoeven Permeke's woonst verliet, zag ik andersom een verzorgde dame van middelbare leeftijd het hek van het museum binnengaan. Ravenzwart haar, extravagant gekleed. En ik kende die mevrouw.  Het was de actrice Katrien De Vos. Ik was verrast en tevens verheugd dat zij ook een bewonderaar was van Permeke's werk. Later was m’n verrassing nog groter en compleet, toen ik in een weekbladartikel las dat Katrien een gepassioneerd Permekefan was en ze zichzelf jaarlijks op haar verjaardag tegoed deed aan een bezoek aan het huis en atelier van de Meester.

 

Katrien werd geboren op 18 februari 1951.

 

Ik ook.

  

Alles wat positief, verheven is

komt mekaar ooit tegen.